Mediahetze tegen historicus: 'Ontkent u ook de holocaust?'
De Nieuwe Reporter, 15 december 2009

Voor even was de Ulf Brunnbauer weer de meest gehate buitenlander in Bulgarije. Terwijl hij onlangs in het prestigieuze hoofdstedelijke hotel Arena di Serdica een forum bijwoonde over totalitarisme, protesteerden in de straten van Sofia demonstranten tegen de aanwezigheid van deze aan de universiteit van Regensburg werkzame historicus. En menig krant, televisiezender en nieuwssite meldde geïrriteerd en opruiend dat de Oostenrijker terug was.

'Ik dacht zelf dat Bulgarije inmiddels wel wat grotere problemen kende dan mijn onderzoeksproject', glimlacht Brunnbauer meewarig in de lobby van het hotel. Met dat onderzoeksproject haalde hij zich twee jaar geleden, samen met zijn Bulgaarse collega Martina Baleva, de woede op de hals van land en media. Tot hun stomme verbazing hadden Baleva en Brunnbauer een open zenuw in de Bulgaarse nationale geschiedenis geraakt.

In april 1876 kwamen de inwoners van het dorpje Batak, net zoals die van veel andere dorpen, in opstand tegen de Turken die Bulgarije al vijfhonderd jaar bezet hielden. Door geklungel en verraad was de opstand tot mislukken gedoemd en de Turken sloegen genadeloos terug. Daarbij maakten ze gebruik van de gevreesde basjibozoeks, gewapende milities die deels afkomstig waren uit de Turkse dorpen in Bulgarije. Moordend, rovend en verkrachtend trokken de basjibozoeks door het land. Van de circa zevenduizend inwoners van Batak kwamen er zo'n vijfduizend om. Een Engelse journalist bezocht het dorp enkele dagen later en de slachtpartij werd wereldnieuws. Batak groeide uit tot 'lieu de memoire'.

Geheime dienst
Tot zover de geschiedenis. Brunnbauer en Baleva onderzochten hoe inwoners van de Turkse dorpen rondom het 100 kilometer ten zuidwesten van Sofia gelegen Batak tegen de gebeurtenissen uit 1876 aankeken. Ze stelden vast dat dit afweek van de officiële geschiedschrijving. Niet geheel verrassend, tenslotte was een deel van de moordenaars uit die dorpen afkomstig. Opmerkelijker was echter de ontdekking dat foto's waarvan men altijd had aangenomen dat ze dateerden van kort na de slachting, van veel later datum waren en in scene waren gezet. En juist die foto's zijn bepalend geweest voor de beeldvorming, stelden de onderzoekers. Toen barstte de bom.

Bozhidar Dimitrov - destijds directeur van het Nationaal Historisch Museum, oud-medewerker van de communistische geheime dienst en tegenwoordig minister - zei in zijn wekelijkse en goed bekeken televisieprogramma 'Bulgaars geheugen' dat Brunnbauer en Baleva de gebeurtenissen in Batak ontkenden. 'Maar natuurlijk deden we dat niet', zegt Brunnbauer. 'Batak is een historisch feit, waar we ons verder niet mee bezighielden. Wij waren slechts geïnteresseerd in hoe het zo'n belangrijke plaats is gaan innemen in het nationale geheugen.' Maar het kwaad was geschied. President Purvanov, eveneens historicus, sprak van een 'aanval op de nationale geschiedenis'. Andere politici pikten de rel op. Het was aan de vooravond van Bulgarijes eerste Europese verkiezingen en er woedde een hevige strijd om de gunst van de kiezer. De media zorgden voor de rest.

Holocaust
'Het had helemaal niets van doen met journalistiek', zegt Brunnbauer, nog altijd verontwaardigd. De verslaggevers meldden zich weliswaar allemaal bij hem voor wederhoor, maar in de berichtgeving was daar - behalve bij de kleine kwaliteitskranten Dnevnik en Kapital - niets van terug te vinden. 'Laten we zeggen dat mijn ervaringen met kranten als 24 Chasa en Trud niet al te best waren. Ongeacht wat ik vertelde, ze bleven leugens schrijven. Dat we Batak ontkenden en dat het onderzoek door Turkije was gefinancierd. Maar ook reporters van de nationale radio gedroegen zich als verdedigers van de nationale zaak, niet als journalisten. Ik kreeg hele rare vragen. Ontkent u ook de holocaust? Nee, hoe kunt u dan de genocide op de Bulgaren ontkennen? Het is volslagen waanzin! Massamoord is een ding; genocide is heel iets anders.'

De schokkendste ervaring was met televisiezender SKAT, de spreekbuis van extreemrechts. Een cameraploeg overviel Brunnbauer in zijn werkkamer op de Vrije Universiteit in Berlijn en weigerde te vertrekken. Ondanks dat de geleerde aangaf geen interview te willen geven, bleven ze filmen. 'Ik wist werkelijk niet dat zulk soort televisie mogelijk was in Europa.' Het incident en de talrijke doodsbedreigingen die met name aan het adres van Baleva binnenkwamen, leidden ertoe dat de universiteit persoonsbeveiligers inhuurde.

Vandaag is buiten hotel Arena di Serdica eveneens een cameraploeg van SKAT aan het werk. Brunnbauer: 'Ze gedragen zich vreselijk agressief en zijn absoluut niet geïnteresseerd in wat ik zeg. Gisteren kwamen ze zelfs met een verklaring waarin ze de organisatie van het forum opriepen om mij eruit te gooien. Volgens mij dient ook hier een televisiezender zich niet als politieke partij te gedragen, al geloof ik zonder meer dat de gedragsregels voor de media in Bulgarije merkwaardig zijn.'

Gedragscode
Met die regels is echter weinig mis. Sinds 2004 is er een moderne gedragscode, waarin onder meer staat dat misleidende en gekleurde berichtgeving uit den boze is, dat ruimte wordt gegeven aan afwijkende meningen en dat onjuistheden worden gerectificeerd. Ook is vastgelegd in welke uitzonderlijke gevallen de code mag worden overtreden. SKAT heeft het document niet ondertekend, de kranten 24 Chasa en Trud wel, evenals de nationale radio. De Nationale Raad voor Journalistieke Ethiek, die toeziet op de naleving van de code, heeft echter nooit aanleiding gezien zich met de Batak-affaire bezig te houden. 'De raad is blijkbaar niet geïnteresseerd iets tegen dit soort propagandistische berichtgeving te doen.'

Toch was er verzet tegen de behandeling van Brunnbauer en Baleva. Zo'n achthonderd intellectuelen ondertekenden een petitie tegen de politieke inmenging in de wetenschap. Het Bulgaarse Helsinki Comité stelde dat voor het eerst sinds de val van het communisme in 1989 er weer sprake was van censuur in het intellectuele en culturele leven. In het gros van de berichtgeving bleven echter ook deze tegengeluiden buiten beschouwing. En hoewel het vertrouwen van Bulgaren in de media uiterst gering is, en veel van de politieke hoofdrolspelers als schertsfiguren worden doorgrond, gingen de verhalen over Brunnbauer erin als Gods woord in een ouderling.

'Ik vind het lastig te bepalen hoeveel mensen het werkelijk geloofden. Maar als het gaat om dingen die belangrijk zijn voor de Bulgaarse geschiedenis en het nationale geheugen, reageren mensen hier heel erg emotioneel. We waren misschien een beetje naïef. Als we hadden geweten hoe de media hier werken, dan hadden we het anders aangepakt', zegt Brunnbauer. 'Zelfs mensen die beter zouden moeten weten, vroegen me: Ulf, heb je dat echt gezegd?'