De democratie speelt met vuur
Trouw, 12 mei 2012

Vijf dagen voor de parlementsverkiezingen heerst chaos op het vliegveld van Athene. Mensen verdringen zich bij de bushaltes, schreeuwen in mobieltjes, vechten om taxi's of lopen doelloos heen en weer. Overal staan auto's dubbel geparkeerd. Wie het eerder heeft gezien, weet wat dit betekent: het metropersoneel staakt. En de buschauffeurs sluiten zich zo aan, waarschuwt een medewerker van het vliegveld. De vervoersvakbonden geven hun stemadvies.

Zo hectisch als het is op het vliegveld, zo rustig is het anderhalf uur later in het centrum. Het is aangenaam warm en de avond is naar Griekse maatstaven nog jong. Toch zijn de terrassen halfleeg, zelfs in Plaka, aan de voet van de Acropolis, en in de uitgaanswijk Psiri. Athene gold ooit als een van de steden die nooit slaapt, maar tegenwoordig gaat ze vroeg naar bed. Discotheken en nachtclubs zijn vaak niet eens meer elke avond open, laat staan de hele nacht. De Grieken zelf hebben minder geld te besteden en de toeristen blijven weg; afgeschrikt door verhalen over stakingen, demonstraties, rellen en toenemende onveiligheid. Nu zijn er ook nog eens verkiezingen en niemand weet wat er zal gebeuren.

Hoewel iedereen erover praat, valt er verder weinig van die verkiezingen te merken. De politici van de twee grote partijen Pasok en Nieuwe Democratie, de gezworen vijanden die sinds vorig jaar een overgangsregering vormen, zouden de straat niet op durven, bang als ze zijn voor het boze electoraat. Het afgelopen half jaar werden politici regelmatig belaagd tijdens publieke optredens of bij bezoeken aan restaurants en theaters. Soms door burgers die getroffen zijn door de harde bezuinigingen, vaker echter door groepjes links- of rechts-extremisten die proberen het gevoel van chaos te versterken.

Pasok en Nieuwe Democratie zijn bovendien een afspiegeling van de Griekse staat, met een lege kas en hoge schulden. Iedereen weet dat. Als ze toch een dure verkiezingscampagne zouden voeren, zou dat slechts gezien worden als een opgestoken middelvinger naar de Griekse bevolking. De zoveelste. Ze hebben er daarom voor gekozen slechts afsluitende bijeenkomsten te houden. De bijeenkomsten trekken een paar duizend sympathisanten, een fractie van de mensenmassa's die met name Pasok in het verleden kon mobiliseren. Het is een somber vooruitzicht voor de verkiezingsdag.

De kleinere partijen zijn een stuk actiever. De links-radicalen van Syriza flyeren op straathoeken, de communisten hebben overal posters geplakt en de neonazi's van de Gouden Dageraad hebben bijna elke avond wel ergens een bijeenkomst op straat. In ruim een half jaar tijd zijn ze in de peilingen opgeklommen van hun gebruikelijke 0,3 procent naar bijna zeven procent. Ruim voldoende om in het parlement te komen. Het is voor veel Grieken de ultieme proteststem. Een hardere schop kunnen ze Pasok en Nieuwe Democratie niet geven.

"Het is een manier om het hele systeem bang te maken, om te zeggen dat het anders moet", motiveert Vassilis Xerikos zijn beslissing op de neonazi's te stemmen. "Of je nu extreem-links of extreem-rechts stemt, maakt programmatisch niet zoveel uit. Maar extreem-rechts klinkt net iets gevaarlijker. Vandaar."

Xerikos' vader was een van de oprichters van Pasok. Maar na lange discussies met zijn zoon overweegt zelfs hij op de Gouden Dageraad te stemmen. "Laat ze maar echt macht krijgen", zegt Xerikos. "Dat dwingt hopelijk de andere partijen om samen te werken en eindelijk de problemen in dit land op te lossen. We doen nu een stap achteruit naar rechts-extremisme, maar die is nodig om vervolgens twee stappen vooruit te kunnen zetten voor de democratie." Het is spelen met vuur erkent hij. "Maar we zijn in dit land al zo opgebrand dat we dat niet meer voelen."

De Gouden Dageraad staat niet alleen in de belangstelling van de kiezer, maar ook van de buitenlandse media. Journalisten van over de hele wereld staan in de rij voor interviews met de leiders. Op een verkiezingsbijeenkomst in Piraeus voor anderhalve man en een paardenkop komen drie dagen voor de verkiezingen cameraploegen uit Canada en Japan af, hopend op plaatjes van zwartgeklede, met fakkels marcherende kaalkoppen, die oproepen tot geweld tegen buitenlanders en de Hitlergroet maken. Ze komen bedrogen uit. De Gouden Dageraad waakt er zorgvuldig voor in deze laatste campagnedagen al te extreem over te komen. Het zou de proteststemmers kunnen afschrikken. Met fascisme en neonazisme hebben we niets te maken, klinkt het nadrukkelijk.

Maar iedereen in Athene weet waar de partij voor staat. De knokploegen van de Gouden Dageraad hebben de afgelopen twee jaar beetje bij beetje buurten die zuchtten onder de overlast van immigranten met geweld 'terugveroverd'. Naar schatting zijn er een miljoen vreemdelingen in Griekenland, van wie velen illegaal, en er komen dagelijks meer bij. De meesten eindigen vroeg of laat op de straten van Athene. Letterlijk, en met alle problemen van dien. De Gouden Dageraad vult het gat dat de afwezige staat hier heeft laten vallen.

Sinds een tijdje - en naar gevreesd wordt als verkiezingsstunt - jaagt ook de politie op illegalen, maar niemand maakt zich illusies over wie de baas is op straat. Voor een Pasok-minister was het reden te waarschuwen dat Griekenland zich richting een nieuwe burgeroorlog beweegt. Het lijkt overtrokken, maar de Grieken verwijzen dezer dagen graag naar het verval van de Weimar Republiek: een diepe economische crisis, aanslagen, knokploegen die elkaar bevechten en politici die zich verschuilen voor het volk. Wie zijn geschiedenis kent, klinkt het bekend in de oren. Der Spiegel nam deze week de analogie over en wees erop dat het hardnekkig vasthouden aan de gouden standaard destijds de Weimar Republiek economisch de nek heeft omgedraaid. Precies zoals Griekenland de euro niet kan loslaten.

Een dag voor de verkiezingen is Athene uitgestorven. Veel inwoners stemmen niet in de stad, maar in de streek waar ze vandaan komen. De Acropolis is dicht en musea sluiten eerder. Het openbaar vervoer draait de zondagsdienstregeling. Personeelstekort of een actie, niemand weet het.

Athene herdenkt vandaag ook zijn doden. Het is twee jaar geleden dat drie medewerkers van een bank omkwamen, nadat anarchisten het gebouw waar ze werkten bij rellen in brand hadden gestoken. Ze stierven voor het oog van de camera's op het balkon, te bang om te springen. De brandweer werd door de relschoppers tegengehouden. Nu branden er kaarsen op de stoep van het nooit herstelde gebouw. Een vrouw legt bloemen neer en begint te huilen. Haar ogen dwalen naar het balkon. Ze slaat drie kruisjes en steekt snel de straat over. Aan een muur hangt een postervitrine van het Asti theater, begin dit jaar tijdens rellen eveneens in brand gestoken.

In het mediacentrum van de regering kijken de volgende avond een paar honderd buitenlandse journalisten naar de uitslagen, vol verbazing. De Grieken hebben gedaan waarmee ze dreigden: de regering afstraffen. Maar de afstraffing is harder dan verwacht. Pasok en Nieuwe Democratie, de partijen die decennialang Griekenland beurtelings als absolute heersers regeerden, hebben nu samen slechts een derde van de stemmen. Het extreem-linkse Syriza is de tweede partij en viert uitbundig feest op straat. De nationalistische Onafhankelijke Grieken zijn vierde en de Gouden Dageraad is zesde, met 21 zetels.

De buitenlandse journalisten die afreizen naar het hoofdkwartier van de neonazi's krijgen dan eindelijk waar ze voor kwamen. De Gouden Dageraad werpt direct zijn masker af. De journalisten kunnen kiezen: opstaan om respect te betuigen aan partijleider Nikolaos Michaloliakos of opdonderen. Enkele Griekse journalisten verlaten de zaal, de rest blijft om naar de donderpreek van Michaloliakos te luisteren. Hij dreigt achter alle vijanden van Griekenland aan te komen. "Bloed! Eer! Gouden Dageraad!", scanderen zijn aanhangers.

In de Euripidesstraat luistert een nachtwaker naar zijn radio. "Mijn God! Wat hebben we gedaan? We hebben het land kapot gemaakt! Ook ik heb op Sieg Heil gestemd! Vergeef mij", smeekt hij. "Maar wat moest ik? Kijk dan, je ziet hier alleen Pakistanen en Afghanen." Hij wijst naar de straat achter hem. Overdag bruist het hier van de Aziatische ondernemingslust. 's Nachts wemelt het er van hoeren, pooiers, dealers en straatrovers. Het is een van de afvoerputjes van Athene. Maar vannacht is de Euripidesstraat verlaten. Net als elders in de stad houden de buitenlanders zich voorlopig nog even schuil.

In de dagen daarna dringt bij steeds meer Grieken de realiteit door. Alle coalitiebesprekingen mislukken. In plaats van een regering krijgen de Grieken mogelijk nieuwe verkiezingen. Over een maand, een tijdspanne waarin ze 30 miljard euro aan noodhulp nodig hebben. Zonder regering die sterk genoeg is om met Europa en het IMF te onderhandelen, is het de vraag of ze die krijgen.

In de metro naar het vliegveld zit woensdag een jonge vrouw met het moderne equivalent van een hutkoffer. Ze haalt een ticket uit haar handtas. Air France, trans-Atlantisch. Ja, ze gaat weg. Meer wil ze niet zeggen. Dit is haar afscheid. De emoties wisselen elkaar af op haar gezicht. Als de trein uit de tunnel komt, kijkt ze naar de vaalgroene olijfbomen, de velden die drogen in de zon en de bergen op de achtergrond. Ze luistert aandachtig naar de haltes die worden omgeroepen. Het zijn de laatste woorden in haar moedertaal die ze in lange tijd zal horen. "Volgende halte: vliegveld."