Ziekenbroeder, berger, agent, Manol is het allemaal
Volkskrant banen, 3 juni 2008

Manol Hristozov (36) heeft het zwaar. Het is vijf uur 's middags en hij komt net uit bed. De vorige avond had hij een feestje en het is laat geworden, verontschuldigt hij zich. Hij schenkt een glas koude rode wijn in en steekt een sigaret op. Het helpt tegen de kater, maar niet tegen wat hem werkelijk kwelt. Hij inhaleert diep en zwijgt voor zich uit.

Zo'n vijf jaar geleden stopte hij als leraar op een middelbare school. Niet dat het lesgeven niet leuk was - verre van dat - maar het betaalde te slecht. Een Bulgaars lerarensalaris is net genoeg om geen acute hongerdood te sterven en daarmee is alles gezegd. Als je een vrouw en twee kinderen moet onderhouden, heb je in Bulgarije niets te zoeken in het onderwijs. Hristozov werd daarom politieagent en sindsdien gaat het hem financieel voor de wind. Hij woont in een comfortabel nieuwbouwappartement en heeft net een auto gekocht. Tien jaar oud weliswaar, maar wel een Renault en van een wat luxer model.

Maar met zijn nieuwe carri�re kwamen ook nieuwe problemen. Zoals daar is de corruptie, die tot in de hoogste regionen van het politieapparaat woekert. Want al verdient een agent aanmerkelijk meer dan een leraar, het kan natuurlijk altijd beter. Bij menig diender kun je met een 'cadeautje' een boete onderhands regelen. Om nog maar te zwijgen over de afpersingen en de politieagenten die hand en spandiensten verrichten voor de georganiseerde misdaad, soms tot aan liquidaties toe. Hristozov wordt er misselijk van. Hij wil er niets mee te maken hebben.

In een land dat van persoonlijke relaties en smeergeld aan elkaar hangt, is een dergelijk principi�le houding bewonderenswaardig, maar niet bevorderlijk voor de carri�re. En hoewel zijn ambitie bij de recherche ligt, slijt Hristozov zijn werkende dagen in een klein dorp bij een nog kleiner korps. Het heeft zo zijn voordelen, denkt hij. De collega's zijn betrouwbaar en de grote criminele organisaties hebben er vooralsnog weinig te zoeken.

Tegelijkertijd is het dorp de bron van zijn kwelling. Er leeft een grote groep zigeuners die zijn geschillen zelf regelt. Bij 'rechtzaken' treedt Hristozov op als parketwachter. De gemoederen lopen dan soms hoog op. Een keer werden er messen getrokken. Hristozov slaagde erin de partijen uit elkaar te houden, maar de herinnering aan die dag loopt nog altijd drie centimeter lang over zijn eigen gezicht. Ook was er die keer dat twee mannen van middelbare leeftijd het oneens waren over wie van hen met een 12-jarig meisje mocht trouwen. Hij had het hele zootje wel willen opsluiten!

En er zijn de auto-ongelukken. Bijna dagelijks sneuvelen automobilisten in wat de Bulgaarse media al de oorlog op wielen noemen. De meeste slachtoffers vallen ver buiten de steden; daar waar de wegen slecht zijn, de alcohol- en snelheidscontroles schaars en de ambulances te laat. De dorpsagenten zijn vaak de eersten ter plaatse. Ze treden op als ziekenbroeder, al stervensbegeleider en als berger.

Manol Hristozov drukt zijn zoveelste sigaret uit en verontschuldigt zich opnieuw. Het spijt hem, maar hij gaat terug naar bed. Manol Hristozov heeft het zwaar.