Voor communicatiewetenschapper en oud-journalist Ivo Indzhov kwamen de onthullingen onlangs precies op het goede moment: vlak voor de aftrap van zijn grootschalige onderzoeksproject naar corruptie in de gedrukte media. 'We konden ons geen beter tijdstip wensen om met dit project te beginnen', lacht Indzhov. 'De discussie kwam gelijk op gang.'
Het is voor het eerst dat in Bulgarije zo grootschalig onderzoek wordt gedaan naar corruptie in de media en het is hard nodig. Organisaties als Freedom House en Reporters sans Frontières waarschuwen al jarenlang voor de kwetsbare en afhankelijke positie waarin de Bulgaarse media verkeren. Op de Europese ranglijsten van Freedom House is het Balkanland steevast hekkensluiter, met slechts een gedeeltelijk vrije pers. Wereldwijd bungelt Bulgarije ergens halverwege, tussen Aziatische en Afrikaanse landen in. Het onderzoek naar de relaties tussen de Nieuwe Bulgaarse Mediagroep, de Coöperatieve Handelsbank en de politiek legt een van de voornaamste problemen bloot.
'Het is niet zo zeer de politieke druk die op journalisten wordt uitgeoefend, hoewel die zonder meer bestaat en veel journalisten de gezonde afstand overschrijden in hun contacten met politici', zegt Indzhov. 'Maar de afhankelijkheid van de media van economische groepen en de ondoorzichtige financiering zijn een veel ernstiger probleem.' Zeker in een tijd waarin de advertentie-inkomsten teruglopen. 'We zien de invloed van investeerders hand over hand toenemen.' In een land waarin redactiestatuten niet bestaan en de samenleving aan elkaar hangt van patronagesystemen, verwachten die investeerders wat terug. 'Het gevolg is gekleurde berichtgeving.'
'Journalisten proberen een dergelijke situatie te vermijden, bijvoorbeeld door zelfcensuur of door artikelen in opdracht te schrijven', legt Indzhov uit. Het zwart uitbetalen van salarissen is wijdverbreid en zeker niet exclusief voor de media. De belastingmoraal in Bulgarije is laag en hoewel de overheid in grote financiële moeilijkheden verkeert, treedt ze niet op tegen de zwarte geldstromen op de werkvloer. 'Maar in andere sectoren zijn de maatschappelijke gevolgen van deze dubbele betaling veel kleiner. Journalisten horen echter de samenleving te dienen. In plaats daarvan komen ze nu op voor economische belangen.'
Daar komt bij dat het ethisch besef bij zowel journalisten als mediabedrijven klein is. Er is een gedragscode, maar lang niet alle uitgeverijen hebben die ondertekend. Tegelijkertijd overschrijden ook journalisten die werken bij media die zich wel hebben aangesloten voortdurend de grenzen van het betamelijke, zonder dat dit consequenties heeft. De commissie die toezicht houdt op de media reageert zelden op klachten. 'Die commissie is puur formeel. Maar je moet niet vergeten dat tijd nodig is om zoiets te ontwikkelen. We zijn hier nu twintig jaar bezig en dat is blijkbaar nog niet lang genoeg', aldus Indzhov. 'Aan de andere kant is er ook geen organisatie die opkomt voor de belangen en rechten van journalisten. Er is alleen de Unie van Journalisten, maar die bestond al onder de communisten. Iets nieuws is er niet.'
Tegen deze achtergrond is het niet verrassend dat het onderzoeksproject van Indzhov gefinancierd wordt door de Amerikaanse overheid, en niet door de Bulgaarse. Terwijl voor de vervolgfasen nog naar geld wordt gezocht. Toch is er een lichtpuntje, zegt de communicatiewetenschapper. Naar aanleiding van alle rumoer rond de Nieuwe Bulgaarse Mediagroep en de Coöperatieve Handelsbank kondigde premier Boyko Borisov aan dat er een openbaar register komt, waarin alle eigenaren van kranten en tijdschriften worden opgenomen. Indzhov: 'Weten wie van welke media de eigenaar is, lost de problemen natuurlijk niet op. Maar het is wel een eerste en noodzakelijke stap naar verandering en naar een grotere transparantie van de media.'