De stem van Joanna slaat over van emotie. "Vertel de mensen wat je hier ziet. Vertel ze dat het oorlog is in Griekenland." Kort tevoren was de choreografe hardhandig verjaagd van het Syntagmaplein. Voor de tweede achtereenvolgende dag hadden zich daar gisteren vele duizenden Grieken verzameld om via een massaprotest hun ongenoegen te uiten over het bezuinigingspakket van 28 miljard euro, waarover het parlement een beslissing moest nemen.
Exact vijftien minuten voordat de stemming zou beginnen, greep de Griekse politie in. Van drie verschillende kanten bestookte ze de demonstranten met traangas. Granaat na granaat plofte neer in de menigte. De meeste mensen waren zo verrast dat ze niet eens kans zagen hun gasmaskers of mondkapjes voor te doen, tegenwoordig standaarduitrusting voor elke Griekse demonstrant. Duizenden door chemicaliën verblinde mensen duwden elkaar in de enige richting die de politie had opengelaten: weg van het parlement, weg van de stemming en de smalle straten van Athene in.
"Vertel het ze", herhaalt Joanna, met tranen in haar ogen die voor een keer niet van het gas komen. "Je ziet nu hoe deze regering haar volk behandelt." Om haar heen schreeuwen demonstranten naar de steeds verder oprukkende oproerpolitie leuzen uit de tijd dat Griekenland nog een militaire dictatuur was. Het antwoord komt al snel in de vorm van meer traangas.
Maar de Grieken laten zich niet nog eens wegjagen. Jongeren kloppen met hamers systematisch bloembakken en marmeren winkelpuien tot gort om aan projectielen te komen. Vuren worden aangestoken om het effect van het traangas te verminderen of om barrières op te werpen. In veel straten gaan de demonstranten de confrontatie met de politie aan en tot in de avond klinken vanuit het centrum de knallen van vuurwerkbommen en traangasgranaten.
Hoewel de jongeren oververtegenwoordigd zijn en in de frontlinie staan, voeren ze de strijd niet alleen. Achter hen bevindt zich een afspiegeling van de Griekse samenleving. Om hen aan te sporen of juist tot kalmte te manen. Dat kan ook niet anders, verklaart een 73-jarige dame. "De politici hebben ons alles afgepakt. We hebben niets om naar terug te gaan." Morgen, zo bezweert ze, zal ze weer de straat opgaan. En de dag daarna ook. Net zolang tot "die dictators" weg zijn.
"Dat is het bijzondere", vindt Panayotis, een jonge leraar op een lagere school. "Iedereen is vandaag hier en iedereen blijft. Het maakt niet meer uit hoe oud je bent of op welke politieke partij je stemt." Een paar meter verderop geeft een scholier zijn gasmasker aan een bejaarde man die duidelijk moeite heeft met de scherpe lucht. "Dat soort solidariteit geeft ons kracht", zegt Panayotis.
Dan klinkt een onheilspellend klokgelui uit een zijstraat. Een demonstrant heeft er het klokkentouw van een kleine kapel bemachtigd en met lange, regelmatige tussenpozen trekt hij eraan. Het is het ritme van de doodsklok. Aan het eind van de straat maakt een peloton zwaarbewapende oproerpolitie zich op om de man van zijn plekje te verjagen. Maar de eerste demonstranten verschijnen al om de hoek,geleid door de tengere choreografe Joanna.