Het duurt even voordat de deur opengaat. Een vrouw van middelbare leeftijd excuseert zich. Ze had het kloppen niet gehoord en zoveel bezoek komt er tegenwoordig niet meer. Sorry, maar kom verder. Ze stapt opzij en maakt de weg vrij naar het donkere en schijnbaar verlaten kantoor van International Technological Improvement Ltd (ITI), een bedrijf dat jachthavens uitrust en nog niet zo heel lang geleden floreerde.
Directeur-eigenaar Alessandro Giani staat op van zijn bureau. "Ik zal je rondleiden. Dan zie je wat de crisis in Griekenland werkelijk betekent." De tour voert van de ene naar de andere kamer, langs netjes opgeruimde en lege werkplekken. Nergens brandt licht en hoewel het buiten dertig graden is, staan de airco's overal uit. "Eind vorig jaar had ik acht mensen op de loonlijst, nu zijn het er vier, van wie twee parttime. Ik heb 30 tot 35 procent minder werk. En als de omzet omlaag gaat, moet je de kosten verminderen", zegt Giani beslist.
In de zomer had hij zijn personeel al gewaarschuwd dat hij pijnlijke beslissingen zou moeten nemen, maar zo ingrijpend had niemand het verwacht. Giani: "Sommigen waren werkelijk woedend, anderen verdrietig. Een aantal werkt nu freelance voor me. Als ik een opdracht heb huur ik ze in. Het is een verspilling van mensen, maar om te overleven kan ik niet anders. Misschien hou ik het nu nog een jaar vol."
De rondleiding stokt bij een wandkaart van Griekenland. "Kijk hoeveel eilanden. Die hebben allemaal havens. Het werk is er. De gemeenten en de havenautoriteiten hebben ook het geld, maar ze verdommen het gewoon om te betalen. Ze wachten op wat komen gaat." Maar het bedrijfsleven moet ondertussen elke maand de rekeningen betalen. En geen enkele bank geeft nog een lening met een overheidscontract als onderpand, vertelt Giani, hoeveel nullen er ook voor de komma staan. "Ik ben dit bedrijf in 1985 begonnen en voor het eerst in mijn leven smeek ik nu mijn leveranciers: alsjeblieft, geef me tijd."
De lotgevallen van ITI, een bedrijf met een jaaromzet van rond de anderhalf miljoen euro, staan niet op zichzelf. Toch willen slechts weinig ondernemers openlijk praten. Velen hebben schulden of gebruiken de crisis om hun personeel de duimschroeven aan te draaien, zeggen vakbonden en werkgeversverenigingen. Anderen overleven door hun zwarte kassen aan te spreken. Kortom, niemand zit te wachten op aandacht. Maar in de straten van Athene zijn de donkere kantoorpanden en gesloten winkels moeilijk te negeren.
Het midden- en kleinbedrijf (MKB) vormt de ruggengraat van de Griekse economie en zorgt voor 37 procent van het nationaal inkomen. Maar het maakt moeilijke tijden door. "Sinds 2010 zijn er al 80.000 kleinere bedrijven gesloten", zegt Constantine Michalos, voorzitter van de Kamer van Koophandel in Athene. "Meer dan 60 procent van de ondernemingen heeft financiële problemen en als het op deze manier doorgaat, gaan er dit jaar nog eens 120.000 dicht." Op een totaalbestand van 960.000 kleine en middelgrote bedrijven betekent dat een aderlating.
Ook Michalos constateert dat kleine bedrijven geen leningen meer krijgen, terwijl de grote ondernemingen en de overheden waar ze voor werken steeds later zijn met betalen. Rekeningen 150 tot 180 dagen laten liggen is inmiddels normaal. Tel daar een totale belastingdruk voor het bedrijfsleven bij op van 52 procent en je ligt op een economische ramkoers. "Terwijl de meeste Griekse bedrijven eigenlijk hartstikke gezond zijn", aldus Michalos. "Maar als de banken zo doorgaan, vallen ze om. Simpelweg omdat ze geen krediet krijgen."
Een paar straten verderop zit een vijftiger op een terras. Hij weet precies wat Michalos bedoelt. In 1988 nam hij het bedrijf in verpakkingsmaterialen over dat zijn vader 20 jaar eerder begonnen was. Nu staat hij op het punt de tent te sluiten. Geen namen, want in Griekenland is het moeilijk te bekennen dat je failliet bent. In twee jaar tijd daalde zijn omzet van ruim twee miljoen euro naar vier ton. Van de acht man personeel is er nog maar een over. En niet voor lang.
Zijn problemen begonnen in 2008, toen zijn West-Europese toeleveranciers onder invloed van de crisis hun betalingslimieten verkortten. "Griekenland sliep toen nog. En hier ging men juist steeds later betalen: 90 dagen werden 180 dagen. Het hele land leefde op krediet. Dat was de realiteit. Maar ondertussen moest ik in Duitsland mijn rekeningen binnen 45 dagen voldoen. En inmiddels moet je als Grieks bedrijf in het Westen zelfs in cash betalen."
Geld lenen was de enige mogelijkheid. Maar banken eisen harde garanties. "Eerst breng je bedrijfsmiddelen in, dan je huis, vervolgens je moeders' huis... En omdat je steeds meer schulden hebt, wordt je vanzelf een slecht bedrijf. Ik heb acht ton schuld bij de bank en ik ben ik alles kwijt. Ik probeer nieuwe dingen op te zetten, maar het ondernemingsklimaat is krankzinnig hier. In een jaar tijd hebben ze de belastingwet al zes keer veranderd."
Ook Michalos van de Kamer van Koophandel hekelt het instabiele ondernemingsklimaat. De bezuinigingsmaatregelen van de regering zijn te eenzijdig gericht op belastingverhogingen, terwijl onduidelijk blijft hoe de enorme publieke sector op orde wordt gebracht en de bureaucratie wordt verminderd. "Het bezuinigingspakket is nodig, laat ik daar duidelijk over zijn, maar wat er nu ligt is niet in het belang van de Griekse economie", zegt hij. "Juist nu hebben we een gezond en concurrerend bedrijfsleven nodig. Dat moet de prioriteit zijn."
Hij pleit ervoor dat het Europees Sociaal Fonds 20 miljard euro vrijgeeft die voor Griekenland is bestemd. Het geld is geblokkeerd omdat de Griekse regering de verplichte bijdrage van nog eens 10 miljard niet kan betalen. "Dat geld zou zo de economie in kunnen stromen. Kom dan later maar eens voor die regeringsbijdrage. Als we niet snel iets doen, krimpt de economie verder en loopt de werkloosheid op. Met 16 procent is die al gigantisch. In sommige delen van het land zit zelfs bijna de helft van de 18 tot 25 jarigen zonder werk. En de regering kan ook niet doorgaan met het plukken van de armen en de gepensioneerden. Straks heeft niemand nog iets te besteden."
Dat de koopkracht van de Grieken al flink is afgenomen, merkt ook Georgia Kravarioti. Tien jaar geleden begon ze met haar zus in een buitenwijk van Athene een winkel in babyartikelen. Om meer klanten te bereiken gingen de zussen online. Een gouden greep, want de webwinkel is nu hun reddingsboei. Om de kosten te drukken, overwegen ze zelfs de fysieke winkel om te vormen tot magazijn. "We verkopen minder, maar moeten steeds meer betalen", zegt ze. "Vooral door de belastingen en omdat we van onze buitenlandse leveranciers geen krediet meer krijgen. De situatie is stabiel, maar we kunnen er niet van leven."
Het laat volgens haar zien hoe zwaar de crisis in Griekenland toeslaat. Grieken bezuinigen niet snel op hun kinderen. Ze verwennen ze. "Maar in de winkel dingen ze nu op alles af. Ze zijn ook heel argwanend geworden en denken voortdurend dat je ze probeert te belazeren. Ook dat is een reden om alleen de online-winkel open te houden." Kravarioti bijt op haar lip en kijkt weg. "Ik had een hele bescheiden droom. Een leuke winkel, een redelijk inkomen en een gezin. Maar die droom is vervlogen." Dan vermant ze zich. "Maar ja, we hebben zoveel tijd en geld geïnvesteerd. Dan begin je niet zo maar opnieuw. Doorgaan is het enige verstandige dat we kunnen doen."