Voor de Grieken is het al net zo gewoon als stakingen en demonstraties: politici die op straat, in restaurants of bij officiële gelegenheden worden aangevallen of uitgejoeld. Het is bijna elke dag raak. Zaterdagavond nog voerden zo'n dertig gemaskerde jongeren met stenen en brandbommen een stormloop uit op het appartement van president Papoulias, in hartje Athene.
Niemand kijkt er nog van op, en de president vermoedelijk al helemaal niet. Hoewel officieel boven de partijen verheven en een rots van stabiliteit in de woelige Griekse politiek, heeft de socialist Papoulias de afgelopen maanden al herhaaldelijk de benen moeten nemen om aan belagers te ontkomen. Een keur aan parlementariërs, ministers en burgemeesters is hetzelfde overkomen.
De Grieken zijn dan ook boos, verklaart parlementslid Simeon Kedikoglou, van regeringspartij Nieuwe Democratie, het toenemende verbale en fysieke geweld. "Het zijn de socialisten die doelwit zijn. Die hebben het ook wel erg bont gemaakt de afgelopen jaren, en je oogst wat je zaait." Maar in tegenstelling tot wat Kedikoglou wil doen geloven worden wel degelijk ook politici van zijn partij belaagd. Net als die van andere rechtse partijen.
Sommigen denken daarom dat (extreem-)linkse organisaties de oproerkraaiers aansturen. "Als politicus heb je altijd met spontane reacties van boze mensen te maken. Maar dit is georganiseerd geweld", zegt Dora Bakoyannis, oud-minister en parlementslid namens de Democratische Alliantie. "Ze komen met tien, twintig man ergens binnen, met spandoeken en megafoons. En altijd met een videocamera. Ze nemen alles op en zetten de beelden op internet. Dit is hun vijftien seconden van roem."
Bakoyannis - dochter van oud-premier Costas Mitsotakis en voor veel Grieken een symbool van het cliëntelisme in de Griekse politiek - moet het regelmatig ontgelden. Drie weken geleden was het raak toen ze dineerde in een restaurant op Kreta. Een stuk of tien gemaskerde jongeren stormden schreeuwend binnen en begonnen met stoelen te smijten. De beelden staan op YouTube.
"We schijten op het graf van Bakoyannis!", roepen de overvallers op het bibberig geschoten filmpje. Het is een smakeloze referentie aan het lot van Bakoyannis' eerste echtgenoot, Pavlos, die in 1989 werd doodgeschoten door de extreemlinkse terreurgroep 17 November.
"Het is een uitbarsting van democratie", glundert politicoloog Seraphim Seferiades in zijn onverwarmde kamer in een vervallen gebouw van de in geldnood verkerende universiteit van Athene. "Deze aanvallen zijn de meest directe vorm van democratie die er is."
Wat volgt is een betoog over de 'mobilisatie van het volk' tegen een regering die niet gekozen is, tegen een parlement dat zijn legitimiteit heeft verloren en tegen corrupte politieke partijen. Voeg daar de steeds diepere crisis aan toe en je hebt alle elementen voor een 'democratische correctie' door de straat.
In haar comfortabele en goed verwarmde kantoor ontploft Bakoyannis bijkans, wanneer ze de analyse van de linkse geleerde verneemt. "Deze mensen willen alleen de samenleving destabiliseren. Als dit doorgaat zullen steeds meer mensen zich afkeren van de politiek. Dit soort geweld schrikt af, terwijl we juist zo hard nieuw bloed nodig hebben. Bij alle partijen."