'Ja, dit is echt Loosdrecht'
Binnenlands Bestuur, 17 maart 2006

Bijna twintig jaar lang is er in Loosdrecht gesteggeld over een een nieuw dorpscentrum. Tot vier keer toe vochten de inwoners met succes de plannen van de gemeente aan. Burgemeester Bijl besloot het over een andere boeg te gooien en nu ligt er een nieuw ontwerp, waar bijna iedereen enthousiast over is.

We waren het er allemaal over eens dat Loosdrecht een impuls nodig had. Dat heeft nooit ter discussie gestaan. En toch ging het steeds mis', zegt Don Bijl, burgemeester van Wijdemeren, de gemeente waar Loosdrecht onder valt. 'We hebben het altijd over de hoofden van de mensen heen gedaan.' Keer op keer dienden bewoners bezwaarschriften in en spanden rechtszaken aan tegen de gemeentelijke plannen voor het centrum dat het dorp zo ontbeerde. Na de laatste uitspraak van de Raad van State in 2004 vond hij het 'niet meer acceptabel' om zo door te gaan. De Loosdrechter bevolking moest voortaan direct bij de plannenmakerij betrokken zijn.

Toen Bijl in het voorjaar van 2005 bij het Rijks Opleidingen Instituut een cursus volgde over de zogeheten stakeholdermethode zag hij het licht. De methode komt erop neer dat alle belanghebbenden in een bepaald conflict in een vroeg stadium met elkaar in gesprek worden gebracht. Ze vertellen wat hun belangen zijn, hoe ze die ingevuld willen zien, of tegen welke voorwaarden zij ze eventueel willen opgeven. Vervolgens gaan ze gezamenlijk op zoek naar een oplossing die aan zoveel mogelijk van die belangen recht doet. 'Het is een hele heldere manier van werken', zegt Bijl. 'Je leert dat belangen er gewoon bij horen. Je moet ze alleen zo rangschikken dat iedereen er voordeel bij heeft.'

Hij was zo enthousiast dat hij cursusleider Ad de Regt vroeg om in Loosdrecht met de stakeholdermethode te proberen de impasse over het dorpscentrum te doorbreken. De Regt nam de uitdaging aan en formeerde een projectgroep waarin omwonenden, ondernemers, grondeigenaren en de gemeente waren vertegenwoordigd. De projectgroep werd bijgestaan door een ingenieurs- en een architectenbureau - door de groep zelf uitgekozen. Nog geen half jaar na de eerste bijeenkomst lag er een nieuw plan; compleet met dorpsplein, woningbouw, horeca, passantenhaven en een wandelpier die zeventig meter ver de Loosdrechtse Plassen insteekt. Tijdens een drukbezochte informatieavond kreeg het plan volop steun van de bevolking en in februari 2006 ging de gemeenteraad van Wijdemeren unaniem akkoord.

Zendingswerk
Een dappere stap van de burgemeester, blikt De Regt terug op het initiatief van Bijl. 'Het was misschien een beetje de moed der wanhoop. Al vier keer was het misgegaan. Bijl koos nu voor deze weg, maar had geen enkel voorbeeld dat dit goed zou gaan. En in die projectgroep zaten wel allemaal mensen die al jarenlang met advocaten rondlopen. Loosdrecht heeft een hele pittige bevolking', aldus De Regt, die de sfeer op de eerste bijeenkomst omschrijft als 'twintig graden onder nul'.

'Je gooit niet in één keer twintig jaar emoties overboord ', verklaart projectgroeplid en jachthaveneigenaar Jacob van der Meulen. 'Er was veel wrevel en scepsis.' Niemand geloofde dat de gemeente geen dubbele agenda had, of dat De Regt als procesbegeleider onafhankelijk zou zijn. Het was immers de gemeente die hem betaalde. 'Er werd gezegd: dat wordt niets met al die verschillende belangen. Ad heeft de mensen echt moeten overtuigen. Dat we met z'n allen zouden besluiten en met z'n allen een plan zouden maken', zegt Vermeulen.

Niet alleen De Regt had zendingswerk te doen. Op het gemeentehuis en in de raadszaal van Wijdemeren liep ook burgemeester Bijl tegen de nodige ongelovigen aan. 'Hoe kun je dit aan die huisvrouwen overlaten? Het is letterlijk tegen me gezegd!', zegt hij nog altijd verontwaardigd. 'Maar het is juist leuk om zo met je bevolking om te gaan. Zoek naar methoden om burgers meer bij het bestuur te betrekken en zorg dat ze kunnen beschikken over expertise als ze die nodig hebben. Dat is waar bestuurlijke vernieuwing over gaat.'

Waarmee hij maar wil zeggen dat de stakeholdermethode hele andere eisen stelt aan bestuurders en de ambtelijke organisatie. Zij formuleren alleen nog maar de uitgangspunten, de randvoorwaarden waar het plan aan moet voldoen. Vervolgens moeten ze de zaak uit handen geven. Bijl: 'Je krijgt een andere rolverdeling. Je stelt vast wat je echt belangrijk vindt en dan moet je er verder vanaf blijven.' Dit betekent niet dat politici 'blanco' in kunnen stappen, waarschuwt De Regt. 'Om die randvoorwaarden vast te stellen moeten ze heel goed hun huiswerk doen. Dat vraagt om professionaliteit. Bovendien moeten ze het resultaat accepteren, en niet achteraf er nog even een plasje overheen doen.'

De gemeenteraadsleden van Wijdemeren kregen daarom van tevoren van Bijl te horen dat als ze kozen voor de stakeholdermethode, ze het plan van de projectgroep alleen konden afkeuren als niet aan alle randvoorwaarden was voldaan. In het volle besef dat de 'ouderwetse manier van werken' in Loosdrecht onsuccesvol was, legde de raad zich hierbij neer. Bijl kon de projectgroep verzekeren dat het door hen te maken plan ook werkelijk zou worden uitgevoerd. De raadsleden waren niet de enigen die zich aan de uitkomst moesten committeren. Hetzelfde werd gevraagd van de Utrechtse projectontwikkelaar Situs, die het in december 2004 gesneuvelde plan had moeten realiseren. In ruil zou Situs een plekje krijgen in de projectgroep. De projectontwikkelaar weigerde.

Tegenslag
'Het leek me niet verstandig daar in te gaan zitten', zegt Situs-directeur Bert Prins. In het contract tussen Situs en gemeente staat volgens hem namelijk dat Situs een eventueel nieuw plan zelf mag ontwikkelen. 'De gemeente had het niet op deze manier moeten doen. Ik ben blij met de informatie die de projectgroep oplevert, maar verder moet je het aan de professionals overlaten.' Situs beraadt zich op dit moment of het aan de realisatie van het nieuwe plan zal meewerken. 'Ik snap dat ze in een lastige positie zitten', zegt Bijl. 'Maar ik hoop dat we eruit komen.'

Situs' weigering om mee te werken was niet de enige tegenslag. Misschien wel ernstiger was dat het de projectgroep niet lukte met een van de eigen leden tot overeenstemming te komen. Groepslid Ruud van der Wurf, wiens huidige bezit in het water van de toekomstige passantenhaven ligt, nam geen genoegen met de hem geboden compensatie. Ook al werd hem volgens Van de Regt en Van der Meulen, op basis van officiële taxaties, herhaaldelijk 'de jackpot' aangeboden. 'Alleen op zijn grond kreeg hij al een overwaarde van vijf of zes ton', zegt Van der Meulen. Ten einde raad adviseerde de projectgroep de gemeente om tot onteigening over te gaan.

De Regt is nog altijd onder de indruk. 'Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Misschien was het zwakte van mijn kant dat ik niet alle kikkers in de kruiwagen heb gehouden. Maar aan de andere kant: het is een transparant proces. Iedereen kan zien hoe het is gegaan. Een krachtiger grond voor onteigening kan een gemeente zich niet wensen.'

Zwakke plek
Van der Wurf vindt het van de gekke. Als het 'de jackpot' was geweest, had hij die natuurlijk wel aangenomen. Wat hem geboden werd, was echter minder dan wat hij nu heeft, zegt hij. Het legt de vinger volgens hem op een van de zwakke plekken van de stakeholdermethode: de belangen van de groepsleden waren te uiteenlopend. 'De een wil zijn uitzicht op het water houden, maar een ander zit er met zijn grond in. Dat is een heel ander verhaal. Het kan toch niet zo zijn dat mijn buren bepalen, wat ik voor mijn spulletjes krijg? Dat moeten deskundigen doen.' Volgens De Regt kon de projectgroep echter over voldoende deskundigen beschikken. Bovendien is het samenbrengen van uiteenlopende belangen, de essentie van de methode. 'Wat natuurlijk niet wil zeggen dat je er op deze manier altijd met elkaar uitkomt', zegt De Regt. 'Maar de kans is wel groter.'

De gemeente had volgens Van der Wurf afstand moeten nemen van de projectgroep. Tenslotte was die er niet in geslaagd met een plan te komen waar iedereen zich in kon vinden. Burgemeester Bijl wil er niet van horen. 'We hebben getoetst hoe dit plan in het dorp valt en de meeste mensen zeggen: ja, dit is écht Loosdrecht! Ook de raad was unaniem. In het verleden is dat op zijn zachtst gezegd wel anders geweest. Ik hoop dat Van der Wurf weer instapt, maar niet tegen elke prijs. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat we iemand meer geven, omdat hij halsstarrig blijft weigeren om mee te werken. Het moet fair blijven. Dit is een goed plan en we gaan er nu de volgende fase mee in.'