Niemand vroeg Tsventsislav Vasilev ooit hoe het ging. Niet in de ruim twintig jaar dat hij met vrouw en kinderen in bittere armoede leefde in het mijnwerkersstadje Radnevo. Niet toen zijn dochter naar Duitsland vertrok en haar kinderen bij hem achterliet.
Niet toen zijn schulden zo hoog waren opgelopen dat hij voor de rechter moest verschijnen. Niet toen hij zijn schoenen en horloge weggaf, omdat hij ze niet meer nodig had. Pas toen hij zichzelf met benzine overgoot en in brand stak, werd duidelijk dat het helemaal mis was.
De 53-jarige Vasilev was de eerste noch de laatste Bulgaar die de afgelopen maand deze stap zette. Twee gingen hem voor, drie volgden. Vier van hen zijn inmiddels overleden, onder wie Vasilev. De twee anderen liggen in coma.
Over hun motieven is veel onduidelijk. Voor zover bekend, liet alleen de 26-jarige werkloze Trajan Maretsjkov, die zich als eerste in brand stak, een afscheidsbrief achter. "Ik geef mijn leven voor het volk, de familie en Bulgarije in de hoop dat de politiek en de regering de levensstandaard voor het volk zullen verbeteren", schreef hij.
Zijn laatste woorden waren volgens een ziekenhuisarts minder altruïstisch: "Ik ben het spuugzat, dit leven." Ook Vasilev zei bij aankomst in het ziekenhuis dat hij walgde van zijn bestaan. Uit de monden van de andere zelfverbranders tekenden artsen woorden van gelijke strekking op. "Ik ben het spuugzat. Er is geen brood. Ik kan hier niet meer tegen", verklaarde de 41-jarige Todor Dimitrov zijn daad.
De zelfverbrandingen spelen zich af tegen een achtergrond van protesten. Sinds februari zijn er in het hele land demonstraties tegen de armoede en het gebrek aan economische vooruitgang. Bulgarije is het armste land van de Europese Unie. Een gemiddeld maandsalaris bedraagt er officieel zo'n 370 euro, een pensioen nog geen honderd euro. Met name buiten de steden zijn armoede en werkloosheid groot en veel Bulgaren zijn afhankelijk van hulp van familie, soms werkend in het buitenland.
Psychologen stellen echter dat armoede alleen niet tot zelfdoding leidt. Ook waarschuwen ze ervoor de zelfverbrandingen als een politieke daad te interpreteren.
Mannen als Vasilev, Dimitrov en Maretsjkov komen volgens hen tot hun daad door een diepe, vermoedelijk al jaren gevoelde existentiële pijn die door de buitenwereld nooit is opgemerkt. Ze zijn slachtoffers van de niet-functionerende geestelijke gezondheidszorg, zegt dokter Plamen Dimitrov, voorzitter van de Bulgaarse Vereniging van Psychologen.
Psychotherapie wordt niet vergoed door de ziektekostenverzekering en er is geen landelijk register van erkende therapeuten. Zijn organisatie probeert al jarenlang tevergeefs dit te veranderen. "De politiek wil het geld er gewoon niet aan uitgeven."
De gevolgen zijn desastreus. Wie problemen heeft moet zelf een therapeut vinden en betalen, iets wat veel Bulgaren zich niet kunnen veroorloven. Ze zoeken daarom hulp bij familie, in alcohol of in antidepressiva die overal vrij worden verkocht. Tegelijkertijd verlaten jonge psychotherapeuten het land, omdat ze geen rendabele praktijk kunnen opbouwen. Door het ontbreken van een landelijk netwerk van therapeuten is het bovendien onmogelijk om statistische gegevens te verzamelen over hoe groot de geestelijke nood is.
"Het enige dat we weten is dat dit jaar 180 mensen zelfmoord hebben gepleegd; dat Bulgarije in alle Europese onderzoeken onderaan bungelt als het gaat om levensgeluk en welbevinden; en dat, vergeleken bij andere Europese landen, er half zo vaak gebruik wordt gemaakt van psychische hulpverlening", zegt Dimitrov. "De reden: die hulp is onbereikbaar."
Geschrokken door de zelfmoordcijfers wil het ministerie van gezondheid een voorlichtingscampagne beginnen. Ook moet de gezondheidsinspectie risicogroepen in kaart brengen. Dimitrov is sceptisch. "Met folders voorkom je geen zelfmoord. Dat doe je alleen door met mensen te praten, door te vragen hoe het gaat."
Vragen rond dood van 'Bulgaarse Jan Palach'