Nizar Abas twijfelt er niet aan. Dit hier is niet Europa. Zoals zoveel Syrische vluchtelingen hoorde hij in Turkije dat de eenvoudigste weg naar Europa het oversteken van de grens met Bulgarije is. En zoals zovelen kwam ook hij bedrogen uit. "De Bulgaarse regering doet helemaal niets."
Twee maanden geleden waagde Abas met vier familieleden de tocht door de dichte bossen aan de Turks-Bulgaarse grens. Ze betaalden mensensmokkelaars 300 dollar per persoon. Inmiddels heeft hij spijt, want in Turkije was het beter dan in de Bulgaarse vluchtelingenopvang. "We slapen met zijn vijven op drie bedden. Onze kamer delen we met twee andere families."
Die kamer is een klaslokaal in een voormalig internaat in Vrazhdebna, een buitenwijk van Sofia, dat zo'n vierhonderd vluchtelingen huisvest, merendeels uit Syrië. EU-commissaris voor humanitaire zaken Kristalina Georgieva bezoekt vandaag het internaat waar plaats is voor 350 bedden. De waterleidingen lekken, er zijn problemen met de afvoer en ruiten zijn gebroken.
"Dit gebouw stond jaren leeg, dat maak je niet even bewoonbaar", vertelt commandant Ivan Penkov. "We moesten direct mensen opvangen. In het begin was het vreselijk. Nu hebben we toiletten, warm water en een wasserij. Elke dag gaat het vooruit. Maar als land hadden we beter voorbereid moeten zijn."
Vorig jaar verscherpte Griekenland de bewaking aan de landgrens met Turkije. Jarenlang was dit de belangrijkste toegangspoort tot Europa voor vluchtelingen en gelukszoekers uit Afrika, Azië en het Midden-Oosten. Vrijwel direct richtten de mensenstromen vanuit Turkije zich op de Griekse eilanden en op de 275 kilometer lange, slecht bewaakte Bulgaarse grens.
De Bulgaarse regering reageerde traag. "We hebben het probleem volledig onderschat", erkent Daniel Indzhiev van het onderbemande Staatsagentschap voor Vluchtelingen, dat verantwoordelijk is voor de opvang en de asielprocedures. "In de zomer verdubbelde het aantal vluchtelingen. Dat het zo snel zou gaan, dat hadden we nooit verwacht."
De opvangcapaciteit werd uitgebreid door centra te openen zoals dat in Vrazhdebna. Het is te weinig, te laat. Inmiddels staan er 8381 vluchtelingen geregistreerd bij het staatsagentschap, tegen zo'n duizend in voorgaande jaren. Ruim de helft verblijft in de opvangcentra, die voor 107 procent gevuld zijn.
Het staatsagentschap telt echter in sommige centra aanzienlijk meer plekken dan er volgens de commandanten zijn, terwijl bewonersaantallen naar beneden zijn bijgesteld. In werkelijkheid zitten alle centra voor minstens 120 procent vol.
In Harmanli, een dorp niet ver van de Turkse grens waar een containerkamp is ingericht, verblijven zelfs twee keer zo veel vluchtelingen als er opvangplaatsen zijn. Voor wie geen plek is in de wooncontainers, zijn legertenten neergezet; onverwarmd en zonder elektriciteit.
Vluchtelingen koken er op houtvuurtjes, er zijn onvoldoende sanitaire voorzieningen, er is geen medische hulp en er is onvoldoende voedsel, zegt Boris Chesjirkov van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. "In Harmanli worden mensen aan hun lot overgelaten. Letterlijk."
De UNHCR en het Bulgaarse Rode Kruis springen overal bij met voedsel, dekens, kleding, medicijnen en luiers. "Bulgarije heeft nooit eerder zoiets meegemaakt, maar laten we realistisch zijn: achtduizend vluchtelingen is heel erg weinig. Dat moet dit land aankunnen", zegt Chesjirkov.
Wat hem het meest verbaast, is de ophef die de vluchtelingen veroorzaken. Bulgarije maakt een diepe economische en sociale crisis door, maar de vluchtelingen zijn hét onderwerp in media en politiek, waarbij het er weinig genuanceerd aan toe gaat. Een gevolg is dat de sympathie die veel Bulgaren aanvankelijk voelden afbrokkelt. En sinds in Sofia een Algerijn een verkoopster in een avondwinkel neerstak, groeit het geweld tegen buitenlanders.
"Het is gevaarlijk hier", zegt Abdoel Jasir, uit Afghanistan. Vanaf de Turkse grens werd hij doorgestuurd naar de hoofdstad. Bij aankomst daar bleken de opvangcentra vol. Nu slaapt hij in het 'Ritz Hotel', een nooit afgebouwd complex op een braakliggend terrein tegenover een van de centra. Zodra hij geld heeft trekt hij verder, zegt hij terwijl hij het vuur aansteekt dat hem door de koude nacht moet helpen. "Dan check ik uit. In Bulgarije is niets."
Om veiligheidsredenen zijn de namen van de vluchtelingen gefingeerd.
Hek langs de grens