Met zijn ruime anderhalve meter is Daniel Iliev klein voor zijn leeftijd. Maar wanneer de 12-jarige rechtsbuiten van FC Pomolie met de bal aan zijn voet over het veld van het haveloze stadion van Lom draaft, is hij moeilijk te stoppen. Wat hij mist in lengte, maakt hij goed met snelheid en wendbaarheid. En met kracht, want jongens zoals Daniel komen uit de 'droge grond', zoals ze hier in Noordwest-Bulgarije zeggen. Ze zijn sterk. Dat is wat later misschien wel het verschil maakt, wat maakt dat Daniel zijn droom kan verwezenlijken.
Die droom is dezelfde als van zoveel jongens van zijn leeftijd: profvoetballer worden. Maar voor Daniel is het meer dan alleen een jongensfantasie. Wie in Lom, 150 kilometer ten noordwesten van Sofia, goed kan voetballen, kan niet alleen misschien wel professioneel spelen, maar heeft ook de kans om te gaan studeren aan een van de sportacademies in het land en kan sportleraar, trainer of manager worden. Wie goed kan voetballen, kortom, kan de armoede en uitzichtloosheid van Noordwest-Bulgarije ontvluchten.
Lom (21.466 inwoners) lijkt op het eerste gezicht niet veel anders dan andere stadjes in de Bulgaarse provincie. Vanaf de oever van de Donau loopt een lommerrijke winkelstraat met vervallen panden in Jugendstil-architectuur naar het centrale plein, dat groot genoeg is voor militaire parades en dat gedomineerd wordt door een strijdvaardig monument uit de socialistische tijd. Het is de standaardplattegrond van de Bulgaarse stad.
Maar wie afdwaalt van die winkelpromenade, belandt al snel in onverharde straten met kuilen zo diep dat de geschiedenis van de stad eraan kan worden afgelezen. En waar in andere provincieplaatsen de centrale winkelstraat als een rode loper onderdak biedt aan een keur van trendy winkels, cafés en restaurants, zijn in Lom veel panden donker en leeg. De winkels die open zijn, bieden opvallend vaak tweedehandskleding aan, soms aangeprezen als 'import uit Duitsland' en altijd met 'voor elke beurs'.
Die beurs is in Lom niet rijk gevuld. De regio staat officieel te boek als de armste van de Europese Unie en de werkloosheid bedraagt er zo'n 31 procent, bijna drie keer zoveel als het landelijke gemiddelde. Meer dan de helft van die werklozen heeft bovendien niet meer dan een lagere schooldiploma. Een Bulgaarse volkswijsheid luidt dat een havenstad niet arm kan zijn, maar Lom - de tweede Bulgaarse haven aan de Donau - is het bewijs van het omgekeerde.
De industrie die er ooit was, produceerde voor de Sovjet-Unie, terwijl de haven draaide op de aanvoer van grondstoffen voor de staalfabriek in Kremikovtsi, vlakbij Sofia. Op haar beurt was de staalfabriek weer afhankelijk van de Sovjet-Russische afzetmarkt. Toen de Sovjet-Unie omviel, stortten Lom, zijn haven en fabrieken eveneens in en krabbelden niet meer overeind. Het is deze werkelijkheid waaraan jongens als Daniel op het voetbalveld proberen te ontsnappen.
Beide clubs worden gesteund door de gemeente en delen de sportfaciliteiten: het haveloze, naar urine ruikende stadion, waar vanaf de hoger gelegen velden geiten en schapen een oogje op de wedstrijden houden; het nieuwe sportcomplex, dat zo intensief gebruikt wordt dat het na anderhalf jaar al sporen van slijtage vertoont; en de vijftig jaar oude sporthal, waar het dak lekt, de pleister van de muren valt en het 's winters kouder is dan buiten.
"Alles is hier kapot", zegt beheerder Jupiter Kostadinov. "Maar elke week trainen hier 250 kinderen. Voetbal, basketbal, volleybal, boks. En in deze ellende worden kampioenen geboren. In de nationale selectie boksen twee meisjes die bij ons vandaan komen. De een studeert medicijnen en de ander gaat na de zomer naar de sportacademie in Sofia." Hij zegt het met gepaste trots.
Met de weinige financiële middelen die de gemeente beschikbaar heeft en zijn twee handen, probeert Kostadinov, een voormalig politierechercheur en restaurantmanager, de sporthal overeind te houden. De oude houten vloer heeft hij zelf opnieuw geschilderd, zodat de lijnen en velden voor de verschillende sporten weer duidelijk zichtbaar zijn. "Duizend vierkante meter. Dagenlang heb ik hier op mijn knieën gelegen. Alles voor de kinderen."
Het lijkt het motto van de sportverenigingen in Lom. Ook de voetbalclubs drijven op de onbetaalde inzet van hun oprichters en trainers. Als de gemeente geen bussen beschikbaar heeft om de teams naar uitwedstrijden te rijden, worden ze in de eigen auto's geladen of in de oude Lada-taxi van Yordanov. Kinderen die, zoals Daniel, uit de dorpen rondom Lom komen, worden 's avonds, wanneer er geen schoolbus meer gaat, door hun trainers naar huis gereden. Als er een toernooi is, kopen trainers van hun eigen geld de prijzen.
Daarbij speelt ook een hoger doel mee, zegt mede-oprichter van Pomolie en schoolmeester Viktor Petkov. Het is niet alleen belangrijk dat kinderen bewegen en wat te doen hebben, maar door te sporten leren ze ook met elkaar om te gaan, om tolerant te zijn. In een stad als Lom is dat geen onbelangrijke les: zo'n veertig procent van de bevolking is Roma. "Bij ons spelen Roma-kinderen en Bulgaarse kinderen samen in een team. Wij leren ze dat niemand als misdadiger wordt geboren. Mensen gaan alleen dood als misdadiger."
En er is nog een les, vertelt kleuterleidster Viktoria Ilieva, de moeder van Daniel. Sporten maakt de kinderen gedisciplineerder, ook op school. "Ik zeg altijd tegen Daniel: als goede voetballer moet je niet alleen achter een bal kunnen aanrennen, maar je moet ook kunnen nadenken. We steunen hem dat hij voetballer wil worden en komen naar alle wedstrijden, maar hij moet ook zijn best doen. En dat doet hij. Elke dag staat hij om zes uur op om naar school te gaan en daarna naar de training. Hij werkt er hard voor."
Op het veld van het stadion van Lom manoeuvreert Daniel ondertussen behendig met de bal en scoort. Maar al zijn inzet en harde werk ten spijt, met maar acht spelers heeft Pomolie deze zondagochtend geen kans tegen 'aartsvijand' Almus, dat andere team uit de 'droge grond' en dat eveneens speelt voor een betere toekomst. Met 3-6 wordt de derby beslist.